FL08 Cimetière militaire du Commonwealth « Tyne Cot Cemetery » et monument aux disparus du Commonwealth « Tyne Cot Memorial »
Tyne Cot cemetery heeft een rechthoekig grondplan met een apsis in het oosten. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 34941 m². De aanleg gebeurde in verschillende niveaus; het terrein helt licht af. De begraafplaats is afgesloten door een muur van zwarte silexkeien, afgedekt met witte natuursteen. Het toegangsgebouw is een poortgebouw eveneens uit zwarte silexkeien, afgewerkt met witte natuursteen. Op de architraaf boven de rondboog ‘Tyne Cot Cemetery’. Daarboven een tentdakje. In de 2 zijmuren, uitgewerkt in een halve cirkel, met centraal het toegangsgebouw, en afgedekt door een zadeldakje, zijn 2 landplaten aangebracht. In het toegangsgebouw bevindt zich de derde landplaat (Engelstalig), en ook de metalen CWGC-plaat en het registerkastje. Er zijn ook zitbanken in witte natuursteen, waardoor het ook als schuilgebouwtje fungeert. De aanleg gebeurde in 66 perken. De voorste helft van de begraafplaats, in het westen, is rechtlijnig en symmetrisch aangelegd in een rechthoek, de achterste helft van de begraafplaats in het oosten, in een halve cirkel-vorm, waaiervormig en in kruisgangen. Tussen het ‘Cross of Sacrifice ‘ en de ‘Stone of Remembrance’ ligt het zogenaamde ‘Battlefield Cemetery’, een eerder warrige aanleg, met dicht op elkaar gelegen grafstenen (voor collectieve graven). Vanaf de toegang loopt een lang, centraal graspad, met aan weerszijden symmetrisch aangelegde perken, naar het ‘Cross of sacrifice’. Het ‘Cross of sacrifice’ zelf heeft een ongewoon voetstuk (trappenpiramide), dat in feite gebouwd is op een Duitse betonnen bunker. Een klein stukje van deze bunker is zichtbaar gehouden. Twee andere bunkers bevinden zich nog tussen de voorste perken, 1 links en 1 rechts. Twee andere bevinden zich onder de paviljoenen langs weerszijden van de vermistenmuur achteraan. De ‘Stone of remembrance’ staat achteraan, tussen de vermistenmuur en de half cirkelvormig aangelegde perken en het Cross of Sacrifice, eveneens op de hoofdas. In het westen van de begraafplaats, links van de ingang de ‘Kipling memorial’, waarachter 20 grafstenen waaronder geen lichamen rusten; rechts van de ingang, een rij van 81 grafstenen ‘Believed to be buried in this cemetery’ (‘Special Memorials’). De grafstenen zijn uniform. De aanplanting van de begraafplaats bestaat hoofdzakelijk uit bloemperken bij de graven en een aantal populieren, o.m. rond de bunkers. Verder nog ceders rond de ‘Stone of remembrance’. ‘Tyne Cot Cemetery’ is ontworpen door Sir Herbert Baker, met medewerking van J.R. Truelove.
Achter de begraaplaats, in het oosten, staat het half cirkelvormige ‘Tyne Cot Memorial’, een ‘memorial to the missing’, de Ieperboog symboliserend. Het ‘Tyne Cot Memorial’ is een boogvormige silexkeienmuur van 4,25 meter hoog en meer dan 150 meter lang aan de oostzijde van de begraafplaats ‘Tyne Cot Cemetery’. Aan de voorzijde hangen panelen uit Portlandsteen met daarop de gegraveerde namen van bijna 35000 Commonwealth doden. De muur is afgewerkt met een zadeldakje. Achter de muur bevinden zich 3 absissen en 2 rotondes. In het midden is de muur opengewerkt en doorheen de opening met 2 rijen van 6 Toscaanse zuilen is de toegang tot een halfcirkelvormige, geplaveide binnenplaats, waarin de muren behangen zijn met de namen van de Nieuw-Zeelandse vermisten. Op gelijke afstanden, aan beide kanten van die centrale opening, is er een ronde uitsprong, bereikbaar doorheen een kolonnade van 2 x 4 Toscaanse zuilen. De bodem van deze ronde binnenplaatsen is met gras bedekt, met uitzondering van een geplaveid pad dat de muur volgt. De 2 andere absissen en de rotondes, alsook de muur zelf, dragen de namen van doden van het Verenigd Koninkrijk die in de Ypres Salient stierven vanaf 15 augustus 1917 en die geen gekend graf hebben. De grote muur loopt aan beide kanten uit op een volledig natuurstenen schuilgebouwtje met rondboogopeningen in elke zijde tussen de 4 zware hoekpijlers. Deze constructies worden beiden bekroond door een fijn afgewerkte koepel. Bovenop deze koepels staat telkens een sculptuur van een geknielde engel die een krans draagt, het werk van beeldhouwer F.V. Blundstone. Aan deze gebouwtjes hangt nog een korte halfcirkelvormige voortzetting van de grote muur.
Er liggen 11957 begraven op Tyne Cot Cemetery, waarvan er 8369 niet meer geïdentificeerd konden worden (70%). Het zou volgens het huidige register gaan om 2336 geïdentificeerde en 6627 niet-geïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 578 geïdentificeerde en 791 niet geïdentificeerde doden uit Australië, 451 geïdentificeerde en 560 niet-geïdentificeerde doden uit Canada, 198 geïdentificeerde en 322 niet geïdentificeerde doden uit Nieuw-Zeeland, 24 geïdentificeerde en 66 niet-geïdentificeerde doden uit Zuid-Afrika en 1 geïdentificeerde en 3 niet geïdentificeerde doden uit Duitsland. ‘Special memorials’ met de tekst ‘Known/Believed to be buried in this cemetery’ werden opgericht voor 38 militairen uit het Verenigd Koninkrijk, 27 uit Canada, 15 uit Australië en 1 uit Nieuw-Zeeland. Andere ‘special memorials’ vermelden de namen van 16 militairen uit het Verenigd Koninkrijk en 1 uit Nieuw-Zeeland die op andere begraafplaatsen werden begraven maar van wie de graven door artillerievuur vernield werden.
‘Tyne Cot’ or ‘Tyne Cottage’ was the name given by the Commonwealth troops to a barn which stood near the current cemetery. The barn, which had become the centre of five or six German blockhouses, or pill-boxes, was captured by the 3rd Australian Division on 4 October 1917, in the advance on Passchendaele.
One of these pill-boxes was unusually large and was used as an advanced dressing station after its capture. From 6 October to the end of March 1918, 343 graves were made, on two sides of it. The cemetery was in German hands again from 13 April to 28 September, when it was finally recaptured, with Passchendaele, by the Belgian Army.
Tyne Cot Cemetery was greatly enlarged after the Armistice when remains were brought in from the battlefields of Passchendaele and Langemarck, and from a few small burial grounds.
It is now the largest Commonwealth war cemetery in the world in terms of burials. At the suggestion of King George V, who visited the cemetery in 1922, the Cross of Sacrifice was placed on the original large pill-box.
In 2006 werd een nieuwe parking en een nieuw onthaalpaviljoen bij de begraafplaats ingericht. In dit gebouw wordt meer informatie over de begraafplaats en de omgeving gegeven, o.m. via een lange panoramatafel en dito venster.